Ingrediënten
- Voor 4 schnitzels
- • 4 dunne magere varkenslapjes
- • 2 eieren (alleen het wit)
- • zout/ cayennepeper
- • bloem
- • paneermeel
- • braadvet of boter
Recept
De schnitzel kun je bijna Nederlands gaan noemen, zo vaak staat het op het menu van de Nederlandse huishoudens. Vroeger werd de schnitzel vaak zelf gemaakt maar nu wordt de schnitzel meestal kant en klaar gekocht. Je kunt varieren met het vlees van de schnitzel. Zo kun je kip, rundvlees of varken gebruiken. Serveer bij de schnitzel aardappelen en een frisse salade.
Stappen
1 Klaar | Bestrooi het vlees met de cayennepeper en rijkelijk met zout. |
2 Klaar | Zet 3 borden naast elkaar voor het paneren van de schnitzels, 1 bord met bloem, 1 bord met het losgeklopte eiwit en 1 bord met paneermeel. |
3 Klaar | Haal de schnitzel eerst door de bloem, vervolgens door het eiwit en dan door de paneermeel, druk het goed aan. |
4 Klaar | Verhit de boter en bak de schnitzel in 1 à 1 ½ minuut goudbruin, draai hem om en bak vervolgens de andere kant goudbruin. |
5 Klaar | Serveer de schnitzel direct. |